Responsive image

Artikel 3 Definities

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3 Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

(a) “onderneming”:

i) een rechtspersoon met een van de rechtsvormen die zijn opgesomd in bijlage I bij Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad 110 ;

ii) een rechtspersoon die is opgericht overeenkomstig het recht van een derde land en een rechtsvorm heeft die vergelijkbaar is met de in bijlage I en II bij die richtlijn genoemde rechtsvormen;

iii) een rechtspersoon met een van de in bijlage II bij Richtlijn 2013/34/EU genoemde rechtsvormen, die volledig bestaat uit ondernemingen met een van de in de punten i) en ii) genoemde rechtsvormen;

iv) een gereglementeerde financiële onderneming, ongeacht haar rechtsvorm, die:

–een kredietinstelling is zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad 111 ;

–een beleggingsonderneming zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad 112 ;

–een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt b), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (2), met inbegrip van een beheerder van EuVECA in de zin van Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad 113 , een beheerder van EuSEF in de zin van Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad 114 , en een beheerder van Eltif in de zin van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad 115 ;

–een beheersmaatschappij voor een instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe) zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt b), van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad 116 ;

–een verzekeringsonderneming zoals gedefinieerd in artikel 13, punt 1, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad 117 ;

–een herverzekeringsonderneming zoals gedefinieerd in artikel 13, punt 4, van Richtlijn 2009/138/EG;

–een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 6), van Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad 118 ;

–pensioeninstellingen die pensioenregelingen uitvoeren welke worden beschouwd als socialezekerheidsregelingen die onder Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad 119 en Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad 120 vallen, alsook elke juridische entiteit die is opgericht met het oog op de beleggingen van die regelingen;

–een alternatieve beleggingsinstelling (abi) beheerd door een abi-beheerder zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt b), van Richtlijn 2011/61/EU of een abi die onder toezicht staat uit hoofde van het toepasselijke nationale recht;

–een icbe in de zin van artikel 1, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG;

–een centrale tegenpartij zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad 121 ;

–een centrale effectenbewaarinstelling zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 1), van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad 122 ;

–een special purpose vehicle door een verzekeringsonderneming of een herverzekeringsonderneming waaraan overeenkomstig artikel 211 van Richtlijn 2009/138/EG vergunning is verleend;

–een entiteit voor securitisatiedoeleinden zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2), van Verordening (EU) nr. 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad 123 ;

–een verzekeringsholding zoals gedefinieerd in artikel 212, lid 1, punt f), van Richtlijn 2009/138/EG of een gemengde financiële holding zoals gedefinieerd in artikel 212, lid 1, punt h), van Richtlijn 2009/138/EG, die deel uitmaakt van een verzekeringsgroep die onderworpen is aan toezicht op het niveau van de groep overeenkomstig artikel 213 van die richtlijn en die niet is vrijgesteld van groepstoezicht overeenkomstig artikel 214, lid 2, van Richtlijn 2009/138/EG;

–een betalingsinstelling zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt d), van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad 124 ;

–een instelling voor elektronisch geld zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad 125 ;

–een crowdfundingdienstverlener zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad 126 ;

–een aanbieder van cryptoactivadiensten zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 8), van [het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in cryptoactiva en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 127 ] bij het verrichten van een of meer cryptoactivadiensten zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 9), van [het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in cryptoactiva en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937].

(b) “negatief milieueffect”: negatief gevolg voor het milieu dat voortvloeit uit de schending van een van de verbodsbepalingen en verplichtingen uit hoofde van de in deel II van de bijlage bij deze richtlijn genoemde internationale milieuovereenkomsten.

(c) “negatief effect op de mensenrechten”: negatief gevolg voor beschermde personen, dat voortvloeit uit de schending van een of meer van de in afdeling 1, deel I, van de bijlage genoemde rechten of verbodsbepalingen, zoals neergelegd in de in afdeling 2, deel I, van de bijlage genoemde internationale overeenkomsten;

(d) “dochteronderneming”: een rechtspersoon via welke de activiteit van een “gecontroleerde onderneming” zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt f), van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad 128 wordt uitgeoefend;

(e) “zakelijke relatie”: een relatie met een aannemer, onderaannemer of andere juridische entiteiten (“partner”)

i) met wie de onderneming een commerciële overeenkomst heeft of aan wie de onderneming financiering, verzekering of herverzekering verstrekt, of

ii) die voor of namens de onderneming zakelijke transacties verricht met betrekking tot de producten of diensten van de onderneming;

(f) “gevestigde zakelijke relatie”: een zakelijke relatie, direct of indirect, die duurzaam is of waarvan wordt verwacht dat zij duurzaam zal zijn, gelet op de intensiteit of de duur ervan, en die geen verwaarloosbaar of slechts bijkomstig onderdeel van de waardeketen vormt;

(g) “waardeketen”: activiteiten in verband met de productie van goederen of de verlening van diensten door een onderneming, met inbegrip van de ontwikkeling van het product of de dienst en het gebruik en de verwijdering van het product, alsmede de daarmee verband houdende activiteiten van de zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts gevestigde zakelijke relaties van de onderneming. Wat betreft ondernemingen in de zin van punt a), iv), omvat “waardeketen” met betrekking tot de verlening van deze specifieke diensten alleen de activiteiten van de cliënten die dergelijke leningen, kredieten en andere financiële diensten ontvangen en van andere ondernemingen die tot dezelfde groep behoren en waarvan de activiteiten verband houden met de overeenkomst in kwestie. Tot de waardeketen van dergelijke gereglementeerde financiële ondernemingen behoren geen kmo’s die leningen, kredieten, financieringen, verzekeringen of herverzekeringen van dergelijke entiteiten ontvangen;

(h) “verificatie door een onafhankelijke derde”: verificatie van de naleving door een onderneming, of delen van haar waardeketen, van de mensenrechten- en milieuvoorschriften die voortvloeien uit de bepalingen van deze richtlijn, door een van de onderneming onafhankelijke auditor, die vrij is van belangenconflicten, over ervaring en deskundigheid beschikt op het gebied van milieu- en mensenrechtenkwesties en verantwoordelijk is voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de controle;

(i) “kmo”: een kleine, middelgrote of micro-onderneming, ongeacht haar rechtsvorm, die geen deel uitmaakt van een grote groep, zoals deze termen zijn gedefinieerd in artikel 3, leden 1, 2, 3 en 7, van Richtlijn 2013/34/EU;

(j) “initiatief van de sector”: een combinatie van vrijwillige procedures, instrumenten en mechanismen op het gebied van passende zorgvuldigheid in de waardeketen, met inbegrip van verificaties door een onafhankelijke derde, ontwikkeld door en onder toezicht van regeringen, brancheorganisaties of groeperingen van belanghebbende organisaties;

(k) “gemachtigde vertegenwoordiger”: een in de EU woonachtige of gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die door een onderneming in de zin van punt a), ii), gemachtigd is om namens die onderneming op te treden in verband met de naleving van de verplichtingen van die onderneming uit hoofde van deze richtlijn;

(l) “ernstig negatief effect”: negatief gevolg voor het milieu of voor de mensenrechten, dat door zijn aard bijzonder significant is, een groot aantal personen of een groot milieugebied treft, onomkeerbaar is, of bijzonder moeilijk te verhelpen is als gevolg van de maatregelen die nodig zijn om de situatie van vóór het effect te herstellen;

(m) “netto-omzet”:

i) de “netto-omzet” zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 5), van Richtlijn 2013/34/EU, of

ii) wanneer de onderneming internationale standaarden voor jaarrekeningen toepast die zijn goedgekeurd op basis van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad 129 of een onderneming is in de zin van punt a), ii), de omzet zoals gedefinieerd door of in de zin van het stelsel voor financiële verslaglegging op basis waarvan de financiële overzichten van de onderneming zijn opgesteld;

(n) “belanghebbenden”: de werknemers van de onderneming, de werknemers van haar dochterondernemingen, en andere personen, groepen, gemeenschappen of entiteiten van wie de rechten of belangen worden of kunnen worden beïnvloed door de producten, diensten en activiteiten van die onderneming, haar dochterondernemingen en haar zakelijke relaties;

(o) “bestuurder”:

i) een lid van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een onderneming;

ii) voor zover het geen lid van een bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een onderneming betreft, de algemeen directeur en, indien die functie in een onderneming bestaat, de adjunct-algemeen directeur.

iii) andere personen die vergelijkbare functies uitoefenen als die bedoeld in de punten i) of ii);

(p) “raad van bestuur”: het bestuurs- of toezichthoudend orgaan dat belast is met het toezicht op het dagelijks bestuur van de onderneming, of, indien een dergelijk orgaan niet bestaat, de persoon of personen die gelijkwaardige functies uitoefenen;

(q) “passende maatregel”: een maatregel waarmee de doelstellingen van passende zorgvuldigheid kunnen worden bereikt, die in verhouding staat tot de ernst en de waarschijnlijkheid van het negatieve effect en waarover de onderneming redelijkerwijs kan beschikken, rekening houdend met de omstandigheden van het specifieke geval, waaronder de kenmerken van de economische sector en van de specifieke zakelijke relatie en de invloed van de onderneming daarop, en de noodzaak om te zorgen voor prioritering van actie.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.